‘Bijzonder om te eten wat je zelf bemachtigd hebt’


Wulfert Nannings verheugt zich weer op het wildseizoen

Op zoek naar een hobby naast zijn drukke partyservice en cateringbedrijf belandde Wulfert Nannings bij de cursus voor zijn pas aangeschafte labradorpup. Toen hij werd uitgenodigd een keer aan te sluiten bij een jachtpartij, was hij verkocht. Sindsdien is hij een meer dan enthousiast jager.

“De dag was voorbij voordat ik er erg in had”, herinnert hij zich die introductie in de jagerswereld. “Het pakte me: een hele dag in de natuur, het onverwachte of er iets zou opduiken, daar wilde ik meer mee doen.” Hij haalde in Nederland zijn jachtakte na een gedegen opleiding, leerde veel van ervaren jagers en mensen van Staatsbosbeheer en maakt inmiddels deel uit van één van de jachtcombinaties in de Dordtse Biesbosch. Daar schiet hij onder meer ganzen, reeën, fazanten en hazen. “Dat vlees is superbiologisch, kakelvers en uit onze eigen streek Er zijn de de praktijk maar weinig mensen die de smaak van wild niet waarderen. Integendeel: vaak zijn ze aangenaam verrast door bijvoorbeeld een reegoulash, of een ganzenham.”

Natuurbeheer
Regelmatig rijdt Wulfert, vergezeld van zijn twee Engelse labradors in een oude landrover naar de Dordtse Biesbosch. In de overkoepelende Wildbeheereenheid bestaan afspraken over het aantal dieren dat per jaar wordt geschoten. “Het jagen in dit gebied gaat over beheren, dat is het centrale punt. Aan de hand van de wildstand spreken we de aantallen af. Als dieren geen natuurlijke vijand hebben, worden hun aantallen te groot. Dan zie je vaak dat er ziektes optreden. Door afspraken te maken over het percentage dat mag worden bejaagd, houden we als jachtcombinatie de dierenpopulatie gezond in stand.”
“Ook de boeren in het gebied vormen een factor in het aantal en de tijdstippen van de jacht. Als ik een telefoontje krijg van een boer dat een grote groep ganzen zijn graan plet, dan moet ik in actie komen. Datzelfde geldt voor duiven, overigens.”
Zijn liefde voor de jacht bracht hem in de afgelopen jaren onder meer in Schotland. De jachtcultuur is daar veel meer gemeengoed dan in het verstedelijkte Nederland. In Schotland jaagt hij op herten en reeen. “Prachtige gebieden met ongerepte natuur, een schitterende omgeving. Sinds daar in het wild geen wolven meer voorkomen, zou de hertenstand door het gebrek aan natuurlijke jagers veel te groot worden.”
“Als ik daar een stag heb geschoten, zoals de Schotten dat noemen, ga ik zo’n dier zelf ontweien. Mijn roots liggen in het slagersvak en ik vind het nog steeds mooi om dat op deze manier voort te zetten.”

Tekst Sandra de Boer